Insulineresistentie in hersenen verhindert gewichtsverlies

Een negen maanden durend leefstijlprogramma heeft veel meer succes bij deelnemers van wie de hersenen insulinegevoelig zijn dan bij deelnemers met insulineresistente hersenen. Dat is de conclusie van een Duitse analyse van de TULIP Lifestyle Intervention. Deelnemers met insulinegevoelige hersenen verloren meer gewicht na negen maanden, bleven 24 maanden lang gewicht verliezen en waren nauwelijks bijgekomen gedurende een periode van negen jaar na de leefstijlinterventie.
 
Een andere vaststelling was dat orgaanvet dezelfde trend volgde, maar de onderhuidse vetmassa niet. Vetmassa's rond de organen zijn een sterke cardiovasculaire risicofactor, terwijl de impact van onderhuids vet eerder beperkt is. Volgens de onderzoekers bepaalt hersen-insulinegevoeligheid het verschil tussen gezonde en ongezonde obesitas.  

Een beperkt aantal hersengebieden reageert op insuline, maar de hypothalamus is er wel een van. De hypothalamus speelt een centrale rol in insulinegevoeligheid van de rest van het lichaam. Diabetici die insuline via de neus innemen, gaan automatisch minder eten, terwijl ook de aanmaak van glucose onderdrukt wordt en glucoseopname in de organen toeneemt.

Orgaanvet en onderhuids vet zijn op een andere manier voorzien van zenuwen die onder controle staan van de hypothalamus. Orgaanvet is daarbij gevoeliger voor insuline die op de hypothalamus inwerkt.

De deelnemers van de studie waren afkomstig van de TULIP-studie waaraan 300 obese volwassenen telde. Bij een subgroep van 28 deelnemers werd de insulinegevoeligheid in de hersenen gemeten, en bij 15 van hen nog eens 9 jaar later.
 
Verschenen in de nieuwsbrief van 26 juni 2020 Platform voor voedingsgeneeskunde

Referentie(s)
Kullmann S, Valenta V, Wagner R et al. Brain insulin sensitivity is linked to adiposity and body fat distribution. Nat Commun. 2020; 11(1):1841 doi:10.1038/s41467-020-15686-y 

Origineel weergeven