Hersenvolume neemt toe door meer lichaamsbeweging

Voldoende lichaamsbeweging vertaalt zich in een groter hersenvolume en een dikkere hersenschors. Amerikaanse onderzoekers stelden dat vast met behulp van MRI-techniek. Het is tevens te lezen als gedeeltelijke onderbouwing van het verband tussen beweging en dementie, welke gepaard gaat met een krimpend hersenvolume.
 
Er werd onderscheid gemaakt tussen het al dan niet voldoen aan de normen voor gematigde of intensieve beweging in de vrije tijd volgens de Physical Activity Guidelines for Americans, vastgesteld op minimaal 150 minuten per week. Daarnaast werd gekeken naar lichte vormen van lichaamsbeweging die ónder deze norm bleven.

Aan de cross-sectionele studie namen 1.443 personen deel van 65 jaar of ouder, van verschillende etnische afkomst en voor ongeveer tweederde bestaande uit vrouwen. Zij vertoonden geen tekenen van dementie. Wel bleek 27,3% drager van apolipoproteïne E-ɛ4, dat als de belangrijkste genetische risicofactor voor alzheimer wordt beschouwd. Bij het verband met lichaamsbeweging werd voor deze factor gecorrigeerd, evenals voor milde geheugenstoornissen en andere factoren als sekse en etniciteit. De mate van lichaamsbeweging werd bepaald aan de hand van zelfrapportage en berekend als equivalent van energieverbruik.

Ouderen met de meeste lichaamsbeweging bleken een groter hersenvolume en een dikkere hersenschors te hebben dan niet-actieve ouderen. Dit verschil stond gelijk aan tussen de drie en vier jaar van hersenveroudering. Er was sprake van een dosis-responsrelatie, hetgeen betekende dat zelfs een beetje beweging onder de norm veroudering afzwakte ten opzichte van niet-activiteit. De bevindingen sluiten aan bij resultaten uit studies die een verband laten zien tussen lichaamsbeweging en de kans op dementie/alzheimer.

Auteur
Ton Geurtsen
Referentie(s)
Gu Y, Beato JM, Amarante E, et al. Assessment of Leisure Time Physical Activity and Brain Health in a Multiethnic Cohort of Older Adults. JAMA Netw Open. 2020 Nov 2;3(11):e2026506.


 
Verschenen in de nieuwsbrief van 26 januari 2021 PLATFORM VOOR VOEDINGSGENEESKUNDE 

Origineel weergeven