« Intraveneus Vitamine C perspectiefvolle behandeling bij Corona»

Gepubliceerd op 11-04-2020

Nu vrijwel de hele wereld wordt gegijzeld door het coronavirus COVID-19, komt opnieuw de vraag op naar de zin van vitamine C als behandeloptie. Voor geen enkel middel dat nu experimenteel wordt uitgeprobeerd, bestaat bewijs dat het virus erdoor verslagen wordt. Dat geldt dus ook voor vitamine C. Maar de nadrukkelijke beweringen dat het niet werkzaam is, zijn voorbarig. Zowel in de Chinese ‘stadstaat’ Shanghai als in New York probeert men er patiënten mee te redden. Enkele recente studies geven meer helderheid over de mogelijkheden. De belangrijkste daarvan wordt hier besproken.
 
COVID-19 is een veroorzaker van sepsis, een sterke overreactie van het lichaam op de infectie. Daardoor kan levensbedreigend orgaanfalen ontstaan, waarbij primair het ademhalingssysteem wordt aangetast. Het staat bekend als het Acute Respiratory Distress Syndrome (ARDS), dat geïnfecteerden in levensgevaar brengt. Het zuurstofgehalte in het bloed daalt en er ontstaan ernstige benauwdheidsklachten, waarna opname op de intensive care (IC) en kunstmatige beademing nodig wordt. De behandeling is zwaar en patiënten die herstellen, kunnen blijvende longschade oplopen. Bij zeer velen blijkt herstel niet mogelijk en het totaal aantal dodelijke slachtoffers is in april 2020 wereldwijd de honderdduizend gepasseerd.

In afwachting van de resultaten van klinische studies die met name in China lopen, kan een Amerikaans onderzoek worden geraadpleegd uit oktober 2019, toen de wereld nog geen weet had van de nu heersende pandemie. Met terugwerkende kracht is het ineens een belangrijker studie geworden dan die al was, want déze vraag strond centraal: Can intravenous administration of high-dose vitamin C reduce organ failure scores and biomarkers of inflammation and vascular injury among patients with sepsis and acute respiratory distress syndrome (ARDS)? Wie de samenvatting leest, wordt teleurgesteld in de resultaten: de kans op orgaanfalen wordt er niet kleiner door en ook bij inflammatie en vaatschade blijven positieve effecten uit. Er werd echter ook naar secundaire uitkomstmaten gekeken. Die waren niet in de primaire vraagstelling opgenomen maar praktisch van groter belang, zoals de ziekenhuisduur of IC-duur en - vooral - de sterfte. Dan ontstaat een ander beeld, dat de auteurs in de discussieparagraaf van de studie helder uiteenzetten.

Aan het onderzoek, uitgevoerd in zeven IC-afdelingen van Amerikaanse ziekenhuizen in de periode september 2014 tot januari 2018, namen 167 patiënten deel. Hun gemiddelde leeftijd lag rond de 55 jaar en de man/vrouw verdeling was 54/46%. Zij waren met sepsis en ARDS opgenomen op de IC en werden beademd. Van hen kregen er 84 intraveneus vitamine C toegediend, elke zes uur in een dosis van 50 mg per kilogram lichaamsgewicht. De overige 83 patiënten gebruikten een placebo. Er waren drie primaire uitkomstmaten. Naast de mate van orgaanfalen in de eerste vier dagen, werd het effect onderzocht op de CRP-waarde en de concentratie thrombomoduline, markers van respectievelijk inflammatie en vaatschade. Deze markers werden over een periode van een week bepaald: aan het begin van het onderzoek, na 48, 96 en 168 uur. Vitamine C bleek geen invloed te hebben op de drie uitkomsten.

Het goede nieuws betrof vooral vier uitkomsten na een periode van 28 dagen. De eerste drie waren:

Het aantal dagen zonder noodzaak van beademing. In de vitamine C-groep was dat 13,1 dagen, tegenover 10,6 in de placebogroep.
Het aantal dagen dat minder op de IC hoefde te worden doorgebracht. Bij patiënten behandeld met vitamine C was dat 10,7, bij placebogebruikers 7,7 dagen.
Het aantal dagen zonder ziekenhuisverblijf. In de vitamine C-groep was dat 22,6 en in de placebogroep 15,5 dagen.
De belangrijkste secundaire uitkomstmaat was de sterfte. In de vitamine C-groep kwam de mortaliteit uit op 29,8%, maar in de placebogroep was dat 46,3%.

Deze effecten zijn dus niet gerelateerd aan de gebruikte markers voor de primaire uitkomst, die immers geen gunstig beeld lieten zien. Wellicht beïnvloedt vitamine C op een andere manier het snellere herstel en de lagere sterfte. De onderzoekers suggereren verder dat het uitblijvende effect op de primaire uitkomstmaten verklaarbaar kan zijn doordat de toediening van vitamine C in een later en ernstiger stadium van sepsis plaatsvond. Dat is plausibel omdat positieve effecten wel naar voren kwamen uit studies naar behandeling in een vroeger stadium van de ziekte, nog vóór zich mogelijk ARDS voordeed. Daarnaast opperen zij dat de gebruikte dosering vitamine C mogelijk te laag was om sepsis-geassocieerde ARDS zo optimaal mogelijk te kunnen behandelen.

Het belangwekkende resultaat is dat duur en ernst van het ziekteproces door vitamine C afnamen: sneller los van de beademing, sneller van de IC af, sneller ontslagen uit het ziekenhuis en bovenal minder overlijdens. Zeker met het oog op de lagere sterfte heeft het bepaald zin om vitamine C ook bij COVID-19 in te zetten.
 
Verschenen in de nieuwsbrief van 10 april 2020 Platform voor voedingsgeneeskunde

Auteur
Ton Geurtsen
Referentie(s)
Fowler AA 3rd, Truwit JD, Hite RD, Morris PE, DeWilde C, Priday A, Fisher B, Thacker LR 2nd, Natarajan R, Brophy DF, Sculthorpe R, Nanchal R, Syed A, Sturgill J, Martin GS, Sevransky J, Kashiouris M, Hamman S, Egan KF, Hastings A, Spencer W, Tench S, Mehkri O, Bindas J, Duggal A, Graf J, Zellner S, Yanny L, McPolin C, Hollrith T, Kramer D, Ojielo C, Damm T, Cassity E, Wieliczko A, Halquist M. Effect of Vitamin C Infusion on Organ Failure and Biomarkers of Inflammation and Vascular Injury in Patients With Sepsis and Severe Acute Respiratory Failure: The CITRIS-ALI Randomized Clinical Trial. JAMA. 2019 Oct 1;322(13):1261-1270. https://jamanetwork.com/journals/jama/fullarticle/2752063 
 

intraveneus-vitamine-c-1586588551.png