« Extra proteïne verhoogt vetvrije massa bij sportieve ouderen»

Gepubliceerd op 20-03-2019

Heeft het zin dat ouderen die hun spieren al trainen door lichamelijk zeer actief te zijn, extra eiwit suppleren bovenop hun gebruikelijke eiwitinname? Ja, antwoorden Nederlandse onderzoekers na een vergelijkend onderzoek onder sportieve ouderen rond de zeventig. Het kan bijdragen aan het behoud van spiermassa en de leeftijdsgebonden afbraak ervan vertragen.
 
De onderzoekers voerden een double-blinded RCT uit onder 116 fysiek actieve ouderen met een gemiddelde leeftijd van 69 jaar. De meeste van hen (82%) waren mannen. Zij waren lichamelijk uitgesproken actief: zij trainden voor de Vierdaagse en zouden dan 30, 40 of 50 kilometer per dag lopen. Zij waren gewend aan een relatief lage inname van proteïne van dagelijks minder dan 1 gram per kilo lichaamsgewicht.

De deelnemers werden willekeurig verdeeld over twee groepen en gedurende twaalf weken gevolgd. In de ene groep kreeg men een supplement dat 31 gram melkproteïne bevatte, in de andere een placebo-supplement met een vergelijkbaar aantal calorieën. Om het effect van extra proteïne vast te stellen, werd vooral gekeken naar mogelijke verschillen in lichaamssamenstelling (verhouding spieren en vet), been- en handknijpkracht en fysieke prestatie (hart-long fitheid, balans, loopvermogen). Aan het begin en het einde van het onderzoek werden deze gemeten.

Er werden geen verschillen tussen de groepen gesignaleerd in spierkracht en fysieke prestatie. Wel nam de absolute vetmassa in de proteïnegroep meer af dan in de placebogroep. Ook de relatieve vetmassa verminderde sterker, dat wil zeggen in verhouding tot de spiermassa. Deze verhouding geeft de zogeheten lean body mass ofwel vetvrije massa: het lichaamsgewicht na aftrek van de hoeveelheid vet. Als deze bij ouderen relatief hoog is, is hun spiermassa beter op peil en dat hangt samen met een betere algemene gezondheid.

Heeft het zin dat ouderen die hun spieren al trainen door lichamelijk zeer actief te zijn, extra eiwit suppleren bovenop hun gebruikelijke eiwitinname? Ja, antwoorden Nederlandse onderzoekers na een vergelijkend onderzoek onder sportieve ouderen rond de zeventig. Het kan bijdragen aan het behoud van spiermassa en de leeftijdsgebonden afbraak ervan vertragen.
 
De onderzoekers voerden een double-blinded RCT uit onder 116 fysiek actieve ouderen met een gemiddelde leeftijd van 69 jaar. De meeste van hen (82%) waren mannen. Zij waren lichamelijk uitgesproken actief: zij trainden voor de Vierdaagse en zouden dan 30, 40 of 50 kilometer per dag lopen. Zij waren gewend aan een relatief lage inname van proteïne van dagelijks minder dan 1 gram per kilo lichaamsgewicht.

De deelnemers werden willekeurig verdeeld over twee groepen en gedurende twaalf weken gevolgd. In de ene groep kreeg men een supplement dat 31 gram melkproteïne bevatte, in de andere een placebo-supplement met een vergelijkbaar aantal calorieën. Om het effect van extra proteïne vast te stellen, werd vooral gekeken naar mogelijke verschillen in lichaamssamenstelling (verhouding spieren en vet), been- en handknijpkracht en fysieke prestatie (hart-long fitheid, balans, loopvermogen). Aan het begin en het einde van het onderzoek werden deze gemeten.

Er werden geen verschillen tussen de groepen gesignaleerd in spierkracht en fysieke prestatie. Wel nam de absolute vetmassa in de proteïnegroep meer af dan in de placebogroep. Ook de relatieve vetmassa verminderde sterker, dat wil zeggen in verhouding tot de spiermassa. Deze verhouding geeft de zogeheten lean body mass ofwel vetvrije massa: het lichaamsgewicht na aftrek van de hoeveelheid vet. Als deze bij ouderen relatief hoog is, is hun spiermassa beter op peil en dat hangt samen met een betere algemene gezondheid.
 
Referentie(s)
Ten Haaf DSM, Eijsvogels TMH, Bongers CCWG, Horstman AMH, Timmers S, de Groot LCPGM, Hopman MTE. Protein supplementation improves lean body mass in physically active older adults: a randomized placebo-controlled trial. J Cachexia Sarcopenia Muscle. 2019 Mar 7. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/jcsm.12394


Verschenen in de nieuwsbrief van 15 maart 2019

gezonde-ouderen-1553092504.jpg